COLUMN: ‘Er als een bange haas vandoor sprinten. Lekker makkelijk.’

Een tijdje geleden had ik contact met iemand. We appten af en toe (thank god niet hele dagen lang, maar gewoon een paar keer per dag), het was chill, relaxed, gezellig. Als we afspraken hadden we lol, moesten we ontzettend om elkaar lachen en hadden we goede gesprekken. De ‘hij’ in kwestie had ook leuke plannen: van samen klussen tot het plannen van een proeverij. Ik moet zeggen dat het me al opviel dat hij zo open en spontaan was, dat had ik zelden zo gezien. Ik was dus lichtelijk achterdochtig, maar omdat ik het eigenlijk ook wel gewoon heel leuk vond dat hij initiatief toonde, wuifde ik die negatieve gedachten gauw weg. Ik moest van mezelf niet al te veel nadenken en vooral meegaan in de flow (onder het mom van mijn motto: ‘zolang het leuk is, is het leuk’). 

Maar toen hij langzamer begon te reageren op berichten dan normaal had ik al een donkerbruin vermoeden dat er iets niet klopte. In plaats van tweemaal daags app-contact, hadden we eens in de twee/drie dagen contact. En dus uitte ik mijn twijfel en vroeg hem om het te zeggen als hij niet meer zat te wachten op contact (en vervolgens baalde ik van mijn eigen onzekerheid). ‘Welnee, ben je mal, we moeten snel weer eens afspreken!’, antwoordde hij. Een kleine opluchting kon ik niet onderdrukken, ondanks dat ik in m’n hoofd hield dat ik eerst moest zien, voor ik het zou geloven. Maar goed, je raadt het al: niet één van zijn o-zo-leuke en spontane vervolgdates is doorgegaan. Laat staan dat we elkaar nog hebben gezien. Want meneer stopte ineens, compleet uit het niets, met appen. Het ontbrak hem aan het lef om te laten weten dat hij geen contact meer hoefde en ik hoorde vanaf dat moment helemaal niks meer. Verdrietig was ik nauwelijks, maar onbegrip en ergernis overheersten. Ik vond het zó freaking rude. Wat dacht-ie wel niet?! Ik had verdorie nog aangegeven dat hij het gewoon moest zeggen als-ie het zat was. 

‘Onbegrip en ergernis overheersten: ik vond het zó freaking rude’

We zaten nog láng niet in een relatie, laat staan dat je het ‘serieus daten’ kon noemen, dus in zoverre was er niets verloren. We kenden elkaar oppervlakkig en van een band was niet eens sprake. Maar ik heb er nog lang over nagedacht, omdat ik er oprecht niet bij kon hoe iemand het in zijn hoofd haalde om een ander, wie dan ook, zó asociaal te behandelen. Door gewoon je eigen plan te trekken en er als een bange haas vandoor te sprinten zonder ook maar iets te zeggen. Lekker makkelijk. Dat getuigt van lafheid, onvermogen om te communiceren en disrespect. Omdat je niet alleen voor jezelf bepaalt dat je klaar bent met iemand te spreken, maar ook de weg voor de ander blokkeert. Want ook al had ik nog iets willen zeggen, of hem gewoon kei-terecht een botte lul willen noemen, hij zou toch niet reageren (naast het feit dat ik dan vervolgens als enge stalker zou worden gezien i.p.v. dat hij als onfatsoenlijk uit de bus zou komen, maar dat terzijde). 

Maar: dat is mijn kant van het verhaal. De andere kant is denk ik nog veel interessanter. Ik denk namelijk oprecht dat er meer achter schuilt als iemand je zo behandelt. Met enige regelmaat hoor ik namelijk dat mensen ook geghost worden (want ja: dat is de term die er inmiddels voor bedacht is) als ze al tientallen dates achter de rug hebben en dus wél al iets hadden opgebouwd. Als je het dán in je hoofd haalt om de ander erin te laten stikken en ‘lekker niets meer te zeggen’ dan kan het bijna niet anders dan dat er onderliggende problemen spelen. Misschien een soort bindingsangst of onverwerkte ex-relatie of zoiets. Of hebben ghosters simpelweg niet door dat het nogal een botte manier is om te ‘zeggen’ dat je er geen zin meer in hebt? Want ondanks dat het de makkelijkste weg lijkt, is het ook de meest asociale en lullige (excuse my language). Zoals Elie Wiesel zou zeggen: ‘Het tegenovergestelde van liefde is niet haat, maar onverschilligheid’.

- Jodi

Vorige
Vorige

Hey, zin in een bankdate?

Volgende
Volgende

Ghosting: helemaal niet zo geestig